Tussenpoos ketenbepaling: onderzoek naar tussenpoos en draaideurconstructies bij tijdelijke arbeidsovereenkomsten

Dit onderzoek brengt het doelbereik van een verlenging van de tussenpoos in de ketenbepaling in kaart. Er wordt gekeken naar het aantal draaideurconstructies in de eerste 36 maanden na uitstroom uit een keten van tijdelijke dienstverbanden en naar de duur tot deze draaideurconstructies. Daarnaast worden de arbeids­posities gedurende de tussenpoos beschreven.

Dit onderzoek brengt het doelbereik van een verlenging van de tussenpoos (momenteel 6 maanden) in de ketenbepaling in kaart. Er wordt gekeken naar het aantal draaideurconstructies in de eerste 36 maanden na uitstroom uit een keten van tijdelijke dienstverbanden en naar de duur tot deze draaideurconstructies. Daarnaast worden de arbeids­posities gedurende de tussenpoos beschreven. De ketenbepaling bepaalt dat achtereenvolgende tijdelijke arbeidsovereenkomsten bij dezelfde werkgever die bij elkaar langer duren dan 3 jaar worden omgezet naar een vast dienstverband. Bovendien moet er tussen twee ketens van tijdelijke arbeidsovereenkomsten bij dezelfde werkgever minimaal 6 maanden zitten. Dit wordt de tussenpoos genoemd.

Tussen 2008 en 2016 schommelt het aandeel uitstroom uit een keten van tijdelijke contracten dat binnen drie jaar terugkeert in een tijdelijk contract bij dezelfde werkgever tussen de 7 en 20 procent. Rond de invoering van de Wet werk en zekerheid (Wwz), met een verlenging van de tussenpoos van 3 naar 6 maanden, is dit aandeel draaideurconstructies met ongeveer 5 procentpunt afgenomen. Werknemers in een draaideurconstructie stromen in eerste instantie vanuit een keten van tijdelijke contracten voornamelijk naar een WW-uitkering of een andere situatie zonder looninkomen. Voor invoering van de Wwz ontving 26 procent in de maand na uitstroom een WW-uitkering, na de Wwz is dat 10 procent.

Het onderzoek is uitgevoerd door SEO Economisch Onderzoek in opdracht van het Ministerie SZW.