Samenwerking tussen CWI en UWV bij aanvragen voor een WW-uitkering. Verkennende studie

Sinds de invoering van de SUWI werken CWI en UWV samen bij de aanvraag van WW-uitkeringen. Aan de hand van vier casestudies heeft IWI onderzoek gedaan naar de samenwerkingsrelatie tussen een CWI-vestiging en een UWV-kantoor.

Onderzoeksdoel en vraagstelling

Met SUWI is een scheiding aangebracht tussen informatieverzameling en informatiebeoorde-ling ten aanzien van de claimbeoordeling WW: CWI doet de intake, UWV beoordeelt de aan-vraag. De scheiding werd ingegeven door de één loketgedachte en beoogt de uitvoering te ver-beteren. De inspectie onderzoekt hoe deze samenwerking in de praktijk uitpakt en welke ge-volgen dit heeft voor het vaststellen van het recht op WW.

Samenvatting en conclusie

Sinds de invoering van de SUWI werken CWI en UWV samen bij de aanvraag van WW-uitkeringen. Aan de hand van vier casestudies heeft IWI onderzoek gedaan naar de samenwerkingsrelatie tussen een CWI-vestiging en een UWV-kantoor. Uit het onderzoek blijkt dat CWI duidelijk het eerste aanspreekpunt is maar in de praktijk de burgers te maken krijgen met verschillende loketten zoals: KCC (Klant Contact Centrum) van UWV en de medewerkers uit de backoffice van UWV. De inspectie oordeelt dat er verbeteringen mogelijk zijn in de samenwerking tussen beide ketenpartijen. Inmiddels heeft UWV de bereikbaarheid van de UWV-medewerkers in de back office verbeterd. Verder onwikkelen CWI en UWV gezamenlijk ook andere vergaande initiatieven ter verbetering. Ook de invoering van een digitaal klantdossier in combinatie met de e-intake kan de één-loket-gedachte verder ondersteunen. De Wet werk en bijstand (WWB) biedt gemeenten grote ruimte om een eigen beleid te ontwikkelen. Dit schept mogelijkheden voor maatgerichte activering naar werk. Een kenmerk van de populatie in de WWB is dat een groot aantal cliënten zeer ver van de arbeidsmarkt staat. De inspectie heeft bij een aantal gemeenten onderzocht op welke wijze zij beleid ten uitvoer brengen gericht op activering van cliënten. Geconcludeerd wordt dat de inzet van de gemeenten om bijstandsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt weer geschikt te krijgen goed is. De resultaten zijn echter beperkt. Het overgrote deel van deze groep bijstandsgerechtigden heeft na afloop van een traject voor sociale activering nog steeds een slechte kans om werk te vinden. Wel scoort ongeveer de Bron: Bibliotheek SZW