KM 07-05 Geactualiseerde raming van het re-integratiepotentieel UWV klanten

Er is behoefte aan een actualisering van die raming van de indicatieve quick scan van participatiepotentieel UWV klanten (memo 07/02).

Samenvatting en conclusie

Er is behoefte aan een actualisering van die raming van de indicatieve quick scan van participatiepotentieel UWV klanten (memo 07/02). Met name vanwege: 􀂃 Nieuwe volumeramingen. 􀂃 Bekendmaking van het kabinetsvoornemen m.b.t. de WAO’ers van 45 tot 50 jaar 􀂃 De afgewezenen voor de WIA (35- groep) die in de WW stromen, worden als aparte groep beschouwd, waarvan de kenmerken meer op AG-cliënten lijken. 􀂃 Hetzelfde geldt de herbeoordeelden waarvan de uitkering is beëindigd, die in de WW komen. Van het totale bestand zijn de werkenden (bij arbeidsongeschikten) en degenen die als niet re-integreerbaar moeten worden beschouwd afgetrokken. Niet re-integreerbaarheid wordt bij WW’ers bepaald door afwezigheid van sollicitatieplicht en bij arbeidsongeschikten door hun handicap en lange duur van de afwezigheid van de arbeidsmarkt. Bij de instroom in de WW moeten vanwege het risico voor dead weight loss degenen die binnen één jaar op eigen kracht weer uitstromen, worden afgezonderd. Bij WW wordt daarom als bestand gerekend degenen die meer dan een jaar werkloos zijn. Aldus rest een groep die als het re-integratiepotentieel kan worden bestempeld. Deze wordt dan onderverdeeld in de subgroepen: ‘moeilijk naar werk te re-integreren’ en ‘kansrijker naar werk te re-integreren’. Dit is gebaseerd op ervaringen uit de ‘zittend bestandanalyse WW’ en uit de ervaringen met de herbeoordelingen op basis van het aangepaste schattingsbesluit. Voor Wajongers moet het begrip ‘kansrijker’ als synoniem gelezen worden voor ‘realistisch’; zij zijn vaak geïndiceerd voor een WSW plaats of in een traject voor een beschutte arbeidsplaats. Bron: Kennismemo