Wajong en werk: Onderzoek naar de arbeidsparticipatie van jonggehandicapten

De afgelopen jaren is het aantal jonggehandicapten met een arbeidsongeschiktheidsuitkering (Wajong) flink toegenomen. Het gaat om jongeren die als gevolg van fysieke, geestelijke en/of mentale beperkingen onvoldoende in staat zijn om in hun eigen inkomen te voorzien.

Onderzoeksdoel en vraagstelling

De inspectie onderzoekt in hoeverre de huidige instrumenten en de werkwijze van UWV toe-reikend is voor de re-integratie van de Wajong-populatie en waar de eventuele knelpunten zitten.

Samenvatting en conclusie

De afgelopen jaren is het aantal jonggehandicapten met een arbeidsongeschiktheidsuitkering (Wajong) flink toegenomen. Het gaat om jongeren die als gevolg van fysieke, geestelijke en/of mentale beperkingen onvoldoende in staat zijn om in hun eigen inkomen te voorzien. Het is een kwetsbare groep met een relatief grote afstand tot de arbeidsmarkt. De inspectie heeft onderzocht of deze jongeren goed begeleid worden en welke knelpunten zich voordoen bij hun participatie op de arbeidsmarkt. Uit het onderzoek blijkt dat de Wajong veel mogelijkheden kent om recht te doen aan de bijzondere problematiek van jonggehandicapten. Dit brengt maatwerk binnen bereik, maar geeft als onbedoeld effect dat uitvoering, werkgevers en Wajongers met complexe regelgeving te maken hebben. De wachttijden voor een Wsw-baan bemoeilijken de kansen om Wajongers snel aan het werk te helpen. Bron: Bibliotheek SZW