KM 08-01 Activiteiten vangnet ZW

De vangnetpopulatie vormt voor UWV een belangrijke groep omdat zij in omvang een substantieel deel van de werkzaamheden inneemt. De toegenomen belangstelling voor de vangnetters heeft te maken met het relatief hoge verzuim en WIA-instroom.

Samenvatting en conclusie

De vangnetpopulatie vormt voor UWV een belangrijke groep omdat zij in omvang een substantieel deel van de werkzaamheden inneemt. De toegenomen belangstelling voor de vangnetters heeft te maken met het relatief hoge verzuim en WIA-instroom. In vergelijking met reguliere werknemers is de bijdrage vanuit het vangnet sinds de invoering van de WIA sterk gestegen. Weliswaar niet in absolute zin, maar wel relatief: het vangnetaandeel in de WIA-aanvragen bedraagt ongeveer 40% ten opzichte van 25% in de WAO-tijd. Bovendien gaat het hier om een zwakke groep, waar ook draaideur- en recidiveverschijnselen voorkomen. UWV heeft als taak om vangnetters te begeleiden en te re-integreren naar werk. De wet activering vangnetters biedt daartoe meer mogelijkheden dan voorheen. Het is daarom van belang dat de arborol van UWV verder wordt ingevuld en gemonitord, een waarmee ook het leerwerkproces gestalte kan krijgen. Analyses en onderzoek zijn gericht op het verkrijgen van inzicht in de situatie van vangnetters om zo de vraag ‘wat werkt voor wie wanneer’ te kunnen beantwoorden. Inhoud kennismemo - Overzicht van de huidige kennis over het vangnet. Hiervoor is grotendeels geput uit de UWV Kwartaalverkenning (UKV) die sinds 2005 verschijnt (paragraaf 3). - Het werkprogramma 2008 van het kenniscentrum UWV. Hierin wordt speciaal aandacht besteed aan volume ontwikkelingen, mogelijke draaideureffecten, het WIA-aandeel vangnet en de invulling en effectiviteit van de arborol van UWV. De geplande werkzaamheden op deze terreinen zijn in paragraaf 4 vermeld. Bron: Kennismemo