Cao-afspraken 2017

In Cao-afspraken 2017 wordt voor tien onderwerpen een beeld gegeven van de stand van zaken eind 2017. Het gaat hier onder andere om de contractloonontwikkeling, de onderkant van het loongebouw, afstand tot de arbeidsmarkt, bovenwettelijke aanvullingen bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid, en bevordering van (een bredere) inzetbaarheid.

Op basis van voorlopige cijfers zijn in 2017 de contractlonen met 1,6% op niveaubasis gestegen. In 2018 lijkt de contractloonmutatie op niveaubasis uit te komen op 1,8%. Over een periode van tien jaar bezien zijn de contractlonen met gemiddeld 1,7% per jaar gestegen.

Het niveau van de laagste loonschalen ligt in 2017 voor een 22-jarige werknemer gemiddeld 1,3% boven het Wml. Voor jeugdige werknemers is de afstand tussen het jeugdloon in de cao en het Wmjl groter dan voor vakvolwassen werknemers.

Voor groepen werknemers met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt bevaten 58 cao’s afspraken om de instroom te bevorderen.

Voor 35% van de werknemers onder de onderzochte cao’s is de loondoorbetaling bij ziekte over de eerste twee ziektejaren kleiner of gelijk aan 170%. Voor ruim driekwart van de werknemers onder de onderzochte cao’s zijn afspraken gemaakt over reparatie van het 3e WW-jaar.

Ter bevordering van (een bredere) inzetbaarheid richten de activiteiten van cao-fondsen zich vooral op duurzame inzetbaarheid, om- en bijscholing/EVC, en bevordering van (zij-)instroom. In sociale plannen zijn de activiteiten vooral gericht op externe begeleiding, scholing gericht op externe plaatsing, voorrang bij interne vacatures, een scholing en stages gericht op interne plaatsing.