Achtergronden van beperkt gebruik van de Brug-WW

De tijdelijke regeling Brug-WW biedt werkzoekenden met een WW-uitkering de mogelijkheid deels te werken bij een nieuwe werkgever en tegelijkertijd noodzakelijke (bij- of om)scholing te volgen vanuit de WW. Uit de door Panteia uitgevoerde monitoring van de regeling blijkt, dat er, anders dan de in het kader van hetzelfde project gemonitorde scholingsvouchers, weinig gebruik wordt gemaakt van de Brug-WW. Het ministerie van SZW vroeg zich af wat hier de achtergronden van zijn. Daarom is aan Panteia opdracht gegeven een kort aanvullend onderzoek uit te voeren naar die achtergronden. Bijgaand rapport doet hiervan verslag.

Slotconclusies

  • Volgens de geïnterviewden zijn de WW’ers vaak onbekend met de regeling. Deze wordt niet gepromoot. Als de werkgever voor de regeling kiest, gaan de WW’ers er meestal wel op in.
  • Ook werkgevers kennen de regeling vaak niet, omdat UWV en de sectoren deze niet promoten. Ook vinden zij de regeling complex, wat lijkt te komen door de combinatie van de voorwaarden van substantiële of noodzakelijke scholing en baangarantie. Er is vaak ook geen sprake van passende scholing, hetzij omdat werknemers op de huidige arbeidsmarkt direct productief moeten zijn, hetzij omdat de scholing geen substantieel of noodzakelijk karakter kent. Verder schrikt de baangarantie vaak af; veel werkgevers durven nog steeds weinig risico te nemen.
  • Ten slotte is er een alternatief in de vorm van de oorspronkelijke Scholingsregeling WW. Daaraan zijn volgens geïnterviewden minder administratieve lasten verbonden en er geldt geen baangarantie. Het feit dat de Brug-WW mogelijkheden tot langere scholing biedt, speelt zelden een rol. Als werkgevers wel voor de Brug-WW kiezen, zijn ze vaak niet op de hoogte van het alternatief of gaat het om grotere bedrijven die de Brug-WW voor meer nieuwe werknemers tegelijk inzetten.