KM 07-01 Doorstroom van WW naar bijstand (WWB), 2003-2010

Doorstromers, een bijzondere groep werklozen 􀃎De stereotype doorstromer heeft (minder dan) een half jaar WW-uitkering gekregen, is jonger dan 35 jaar, is laag opgeleid en heeft een grote tot zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt.

Samenvatting en conclusie

Doorstromers, een bijzondere groep werklozen 􀃎De stereotype doorstromer heeft (minder dan) een half jaar WW-uitkering gekregen, is jonger dan 35 jaar, is laag opgeleid en heeft een grote tot zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt. 􀃎Doelgroepen doorstomers zijn de volgende groepen: • laag opgeleide, jonge, alleenstaande mannen; • laag opgeleide, jonge vrouwen zonder partner met een of meerdere kinderen (éénoudergezin); • laag opgeleide, oudere mannen, kostwinner. Beperking van de WW (kortere duur) leidt tot een groter beroep op de bijstand 􀃎Het voorkomen van doorstroom van WW naar bijstand wordt moeilijker doordat de uitkeringsduur in de WW sterk bekort wordt. De kortste uitkeringsduur wordt drie in plaats van zes maanden. De inzet van re-integratiecoach en/of een –trajecten bij doorstromers 􀃎Samenwerking met de gemeente is van groot belang bij het voorkomen van de doorstroom van WW naar bijstand of om de verblijfsduur in de bijstand bekorten. Indien tijdig onderkend wordt wie geen werk kan vinden (en doorstroomt naar de bijstand), kan in overleg met gemeente bepaald worden wat de klant aangeboden moet worden. Instrumenten van de gemeente zouden dan al tijdens de WW-uitkering ingezet kunnen worden. 􀃎Re-integratiecoaches moeten beschikken over de tools en de kennis om in te schatten wie een groot risico loopt om naar de bijstand door te stromen. Bron: Kennismemo